Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht

 

Artikel 48
1
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot bepaalde financiële waarborgen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, die is verleend op grond van artikel 11, vierde lid, van die wet berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:57, zesde lid, van laatstgenoemde wet.
2
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, die is verleend op grond van artikel 11, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:11, vijfde lid, voorzover ontheffing is verleend van regels met betrekking tot de minimumvoorwaarden waaraan het beleid moet voldoen dat een integere uitoefening van het bedrijf waarborgt, 4:14 vierde lid, voorzover ontheffing is verleend van regels die een beheerste en integere uitoefening van het bedrijf waarborgen, 4:25, tweede lid, voorzover een ontheffing is verleend van regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid, 4:83, tweede lid, voor een ontheffing van het vereiste dat ten minste twee natuurlijke personen het dagelijks beleid van een beleggingsonderneming bepalen of 4:88, vijfde lid, van die wet, voorzover een ontheffing is verleend van regels met betrekking tot het beleid ter zake van het voorkomen van belangconflicten tussen een beleggingsonderneming en haar cliënten en tussen haar cliënten onderling.
3
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de aan de toezichthouder te verstrekken informatie als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel d, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, die is verleend op grond van artikel 11, vierde lid, van die wet berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:85, zesde lid, van laatstgenoemde wet.
4
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de aan het publiek te verstrekken informatie als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel d, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, die is verleend op grond van artikel 11, vierde lid, van die wet berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:20, zesde lid, voorzover ontheffing is verleend van regels met betrekking tot informatieverstrekking aan een consument of een cliënt, of 4:22, tweede lid, van die wet, voorzover ontheffing is verleend van regels met betrekking tot de informatievoorziening door een financiële onderneming over een financieel product of financiële dienst.
5
Een ontheffing die is verleend op grond van artikel 17, derde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:106, derde lid, van laatstgenoemde wet.
6
Een ontheffing die is verleend op grond van artikel 18b, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 5:68, derde lid, van laatstgenoemde wet.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •